Meer dan een getuigenis

Wie het oeuvre van Frank Decerf kent weet dat hij een auteur is, die schrijft vanuit zijn diep ingeworteld sociaal engagement en humanistische levensovertuiging. Zijn pas verschenen drietalige (Nederlands, Frans, Engels) bundel Getuigenissen / Témoignages / Testimonies is daar andermaal een treffend voorbeeld van. In zijn voorwoord schrijft hij zelf: Het is het werk van de dichter om onrecht aan te kaarten en het vergeten tegen te gaan.
Dat vergeten slaat op de onbegrijpelijke gruwel van de holocaust. De bundel is een verzameling van 26 gedichten, toepasselijk opgedragen aan Regine Beer. Elk gedicht is getiteld met een naam en cijfer, vergezeld van een grafische miniatuur van Joe Moran Sr. De verwijzing is meteen duidelijk. Maar reeds in de titel geeft de dichter terug een naam aan het cijfer, waarmee de gevangenen werden benoemd en ontmenselijkt. Het miniatuur, als het ware de afbeelding van een tatoeage, geeft het ook een beeld.
Deze op het eerste gezicht koele zakelijke benadering deelt aan de lezer meteen een emotionele tik uit, geeft hem een onbehaaglijk gevoel en drijft hem onvoorwaardelijk in de lezing van het gedicht.
Frank Decerf creëert meevoelen en afschuw voor een waanzinnig hoofdstuk in onze geschiedenis door schijnbare afstandelijkheid in zijn zegging. Het is deze paradox, die zich in elk gedicht voltrekt. De dichter observeert bijna emotieloos als een buitenstaander, zoals in het openingsgedicht De mensen werden met de dag grauwer / ook trager en luier. Of verder De doodsfabrieken draaiden, haalden hun prognoses, / zonden schitterende resultaten naar Berlijn. Maar ook daarin reeds klinkt het onheilspellende dat, naarmate het gedicht zich ontvouwt, confronterender wordt, om telkens te eindigen in een vers dat uiteenspat in het gezicht van de lezer: en voor de rest trokken de dagen voorbij, zwart als bloed in modder. Of het tellen van de dagen werd een lachwekkend tijdverdrijf.
Constant balanceert Frank Decerf op die dunne koord van bijna cynische observatie en geëngageerd afgrijzen. Hij hanteert een afgemeten taal, vermijdt de valkuilen van gezwollen pathetiek en nutteloze epitheta. Maar juist daardoor krijgen zijn gedichten een zeggingskracht, die het verhalende overstijgt en de lezer deelgenoot maakt aan het  lijden van tot nummer gedegradeerde mensen.
Hier en daar sijpelt toch hoop door, een kier naar de vrijheid, naar overleven: Gelijk de wil, de broze kracht en de sluwe koppigheid / om deze match te winnen, om eindelijk te scoren / ook al waren we niet getraind, niet voorbereid,/ nooit zeker van iets… om dan in het slotgedicht de lezer nogmaals te waarschuwen: als vrij denken gemuilkorfd wordt / als dogma’s vrij spel opeisen / en iedereen zijn mond afwachtend houdt…
Frank Decerf gebruikt pen en woord, de wapens van de dichter, om drietalig te getuigen van wat niet in woorden te vatten valt en wat nooit vergeten mag worden.
Deze bundel is meer dan een getuigenis, hij is een aanklacht en een schreeuw in deze troebele tijd.     
  
Getuigenissen / Témoignages / Testimonies, Frank Decerf, Uitgeverij Partizaan, Gent, 2015, ISBN 978-94-92007-30-8

(Richard Foqué)