Loopgraf

Een woordspeling in de titel, en dat geeft meteen weer waar het in deze gedichten om draait: loopgraven en dodenakkers. Op de achterflap stelt Freek Neirynck dat Etienne Colman geen cerebrale, maar een volkse taal hanteert waarmee hij op zijn manier de gruwelen van de eerste wereldoorlog in kaart brengt. De herdenkingen en festiviteiten volgen mekaar op, telkens met dat ene doel voor ogen, dat het nooit meer mag gebeuren. Maar de geschiedenis van onze zogenaamde beschaafde mensheid ziet rood van oorlog en slachting, de ene keer om God, dan weer uit veroverings- en expansiedrang. In mijn ogen is oorlog de hoogste vorm van verwaandheid, en de uitstekende dichter Jos Daelman wijst er aan de binnenkant van de flap op dat het ritme hier een belangrijke rol speelt, alsook de constructie van de zinnen die de lezer vastsnoeren aan de niet te stoppen waanzin van een niet te winnen oorlog. Er zijn vier delen rond vier foto’s van het slagveld, en in het eerste gedicht slaat deze dichter al de nagel op de kop door te verwijzen naar de absurditeit dat de wereld in de as werd gelegd omdat één man de trekker overhaalde. Een vaststelling waar weinig tegenin te brengen valt, maar wel een erg wrange omdat er miljoenen slachtoffers voor moesten vallen. De belle époque zijn de gekroonde / hoofden doorgewalst in sprookjes (...); De kermis die tot Kerstmis maar / zou duren, wordt door het verwante / blauwe bloed in gang gezet. Ritme is hier inderdaad aanwezig, en Colman is oprecht begaan met het lot van de onschuldigen die het gelag betalen van de spelletjes die de machtigen boven hun hoofden spelen, of uitvechten. Onschuldigen die vaak ongeletterd waren, maar moesten sneuvelen voor een opgedrongen eer die uiteindelijk gecamoufleerde ijdelheid blijkt te zijn ter beveiliging van titels en eigendom. Er werd al zoveel over oorlog geschreven dat het moeilijk is om nog origineel te zijn. Colman noteert, klaagt aan, geeft een boodschap mee, vrij traditioneel wel en zonder grote woorden. Dat is zijn verdienste. Je moet de bundel in zijn geheel lezen en daarbij denken aan beelden uit een film, want oorlog blijft moeilijk in woorden te vatten. Soms zegt een tekening van Eugeen Van Mieghem méér dan woorden. Maar Colman schetst een beeld, om ons te verzoenen met wat  is gebeurd, om verlies te kunnen verwerken. Zijn gedichten zijn ver van theatraal: Alsof hij is onschendbaar blijft/ hij doorgaan tot de tyfus zijn : gestel zorgvuldig ondermijnt. // Veel meer dan liggen kan hij niet / en wat hij eet en drinkt is vies. / Is smurrie. Uit zijn lichaam wil // de koorts niet weggaan, heel zijn wezen / stinkt ernaar, de buikloop niet // te stoppen van de kille rilling // ziet hij af het kan niet meer. Colman is  een eerlijk dichter, die volgens Neirynck geen schuldigen zoekt, maar dat doet hij wel, het was een vergeefs offer...

Loopgraf, Etienne Colman, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen/Rotterdam, 2014. ISBN 978-90-5927-671-0

(Guy van Hoof)