Over een oude pop

Anais is niet alleen de twintigste dichtbundel van Renée, het is tevens de derde bundel in de vrouwenreeks die zij sinds enkele jaren geleden begon te publiceren. De eerste, De hoed van Hortense handelt over een dame op leeftijd die van onder haar hoed de wereld aanschouwt en daar heel wat bedenkingen over formuleert. De tweede kreeg als titel Valentina en bevat de belevenissen van een migrante die haar geluk in Antwerpen komt beproeven. En de derde bundel is Anais, het verhaal van een ouderwetse pop.
Een eerste vaststelling is dat de dichteres die drie dichtbundels, ‘verhalen’ noemt. Een mooie vondst, want daardoor kan zij haar schrijfstijl wat badinerend maken in een parlando-stijl. Anais is reeds lang Renées hartsvriendin want de kleine dichteres in wording kreeg die pop van haar vader in de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Anais blijkt al snel een voyeuse te zijn, maar, spijtig genoeg, heeft zij niet veel om te bekijken. Er is wel de jonge schilder, een modieuze vent, maar daarvoor blijft ze toch maar liever op haar hoede. Meestal zit zij in haar rieten kinderstoel bij het raam dat uitkijkt op de brede laan en ziet zij slechts al dat volk dat maar heen en weer loopt. Om het nietsdoen te verdrijven breidt Anais dan maar de tijd en dat resulteert in een schitterend gedicht over het verleden dat opdoemt tijdens een bezoek aan het kerkhof en dat resulteert in een gedicht om zelfs de tijd te trotseren.
Maar Anais heeft weinig mogelijkheden om veel te beleven. Haar functie bestaat vooral uit daar te zitten en mooi te zijn, maar omdat Renée reeds van in de jaren vijftig haar poppenmoeder is, is er tussen beiden een uitzonderlijke band gegroeid. De poppenmoeder heeft bovendien Anais als haar biechtvader verkozen, waardoor de pop alle geheimen, moeilijkheden en voorkeuren van de dichteres heeft kunnen vernemen. Op die manier is een porseleinen pop het gesloten dagboek van een schrijfster geworden. Natuurlijk zit er ook heel veel nostalgie in deze dichtbundel. Anais telt haar vrienden is een van de titels van de gedichten en zij merkt Er zijn niet veel vrienden meer over, van toen, en We zijn zestigers. / Dead poets society gelijk / Straks blijft de hoed slechts over, sierlijk en eenzaam / op de kist. En omdat nostalgie toch ook wel een beetje humor mag hebben sluit zij af met: Als ze de hoedenspeld maar niet vergeten.
Het laatste gedicht uit de cyclus Anais heeft als titel Afscheid. Het is een afscheid aan de Thuishaven waar deze en heel wat vroegere dichtbundels werden geschreven en dat doet uiteraard een beetje pijn, maar er is ook vastberadenheid: De schrijfster huist in een nieuw huis, er wordt een nieuwe, hagelwitte / bladzijde geschreven in het levensboek, met een witte pluim. En er is ook hoop: Er zal ginds een nieuwe einder gloren, en waarschijnlijk zal dat in de toekomst tot nieuwe dichtbundels leiden.

Anais, Renée Van Hekken, Uitgeverij Thuishaven, Schoten, 2014.

(Tony Rombouts)