De gewichtlozen

Snuffel rond op begraafplaatsen, zwerf in parken, slaap op zolder. Voeg daar esbattementen in de New Yorkse metro aan toe en schrijf dan een fascinerende roman: de Mexicaanse Valeria Luiselli deed dit allemaal in De gewichtlozen.
Aanvankelijk alterneren in de roman twee verhalen, in hapklare stukjes opgedeeld. Je hoort een moeder van twee: een baby en een grappige kleine jongen. Het gezin woont in Mexico-City. Zij (Valeria’s alter ego!) werkt ’s nachts aan een roman. Haar echtgenoot, een scenarioschrijver, leest mee, soms openlijk, soms in het geniep.
Vroeger woonde zij helemaal alleen in een bijna leeg huis in New York. Zij was lector bij een kleine uitgeverij, gevestigd op 555 Edgecombe Avenue. Deze jongedame is de tweede stem. Zij gaat om met vreemde vogels als Moby, verkoper en vervalser van oude boeken, Dakota, zangeres, student filosofie Pajarote en buurman Enrico, een oceanograaf. In de bibliotheek van Columbia University stuit zij op een brief van de Mexicaanse dichter Gilberto Owen, die in de jaren ’20 verbleef op Morningside Avenue, in een gebouw dichtbij haar eigen woonblok. Valeria schrijft: dat was het moment dat ik ben beginnen te bestaan, alsof ik in beslag genomen werd door een ander mogelijk leven dat niet het mijne was, maar dat ik maar voor me hoefde te zien om er helemaal in op te gaan.
De jonge vrouw is geboeid door de dichter Owen. Zij schakelt Moby in om een vals typoscript te maken van Owens poëzie, die zou vertaald zijn door Louis Zukofsky, een dichter die in New York leefde in de eerste helft van de 20ste eeuw. Zij slaagt in haar opzet, maar brengt haar uitgever op de hoogte van de vervalsing. Desondanks volgt in de uitgeverswereld een stortregen van apocriefe manuscripten omtrent Owen. Gedichten uit Linea, een bundel die hij omstreeks 1930 publiceerde, duiken op in een verloren gewaand exemplaar van Exile, een tijdschrift met Ezra Pound als hoofdredacteur.
In het tweede deel van De gewichtlozen is Owen aan het woord. De schrijfster laat hem vertellen over zijn New Yorkse jaren (1928-1930) en (alternerend met de geschiedenis van haar gezinnetje) belicht zijn wederwaardigheden in de artistieke kringen van toen. Als Mexicaan vond Owen in Amerika moeilijk zijn weg; hij werd blind en stierf in Philadelphia. Owens brieven en gedichten fungeren als een spiegel voor Valeria Luiselli’s ervaringen. Aan het einde van de roman lijken hun beide levens in elkaar over te vloeien, ondanks de afstand in tijd en ruimte. Hoe meer het leven van Owen desintegreert, hoe meer de jonge vrouw vaste grond onder de voeten lijkt te verliezen. De schrijfster laat uiteindelijk een dramatische aardbeving in Mexico-City samenvallen met het relaas van de stervende Owen, vechtend tegen waandenkbeelden.
Valeria Luiselli schreef met De gewichtlozen een briljante roman. Zij jongleert met begrippen als fictie, herinnering, tijd en ruimte en schrijft over de onmogelijkheid de werkelijkheid te bewonen in het vluchtige, ongrijpbare hier en nu.

De gewichtlozen, Valeria Luiselli, vertaald door Merijn Verhulst, Uitgeverij Karaat, Amsterdam, 2014, ISBN 9789079770083

(Nicole Van Overstraeten)