Bitter en zerp de geur van papaver

Roger Limbourg uit Halle publiceerde onlangs in eigen beheer de gedichtenbundel Verkeerde seizoenen. Het boekje bestaat uit twee delen, Verkeerde seizoenen en Fragmenten, haikoes, senrioes en tanka’s.
Roger Limbourg heeft iets met een 'onjuiste tijdsbeleving'. De seizoenen schuiven over en door elkaar. Hij is een fervent natuurliefhebber en filosofeert graag over het problematische van liefde en dood. Maar bij een eerste lezing van zijn gedichten stuitte ik op verzen, die ik niet zo mooi vond. Ik kon het niet laten "You bastard" te roepen. Ik steigerde bij het lezen van zoveel respectloze onzin: Vijf jaar zijn we nu reeds getrouwd / en nog sta ik soms voor je / als een radeloos vervaarlijke slager / omdat je er na een verstikkingshoestbui / kort voor je regels / zo ziekachtig en verlept uitziet. / Alleen goed en gezond vlees / verdraag ik rond mij ,/ hoewel ik zelf zwak en wormstekig ben. (uit Ongenadig) en Hij treurt nu om een hoer / die hij niet meer bezitten mag. (uit Klaaglied om een stervend gestorvene).
Ach, ik moet mijn afkeer voor dit soort uitlatingen van me afzetten en deze bundel beoordelen op zijn literaire kwaliteiten. En ik moet zeggen: Roger Limbourg schrijft krachtige en correct geformuleerde verzen. Zijn taal leest rustig en zijn verzen zijn toegankelijk. Maar af en toe gebruikt hij wendingen als Ik moest dieper peilen / naar der waarheid bron. (uit De weg) en ouderwetse weglatingstekens: Leg ik niet dagelijks mijn handen in de wonden / die 'k in mijn wrede zwakheid je sla... (uit Twijfelziek). Op zich heb ik niets tegen nostalgisch taalgebruik. Soms werken vintage uitdrukkingen bevreemdend en kunnen zij bijdragen tot de profilering van een tekst. Maar dan moeten deze taalvormen consequent worden aangewend en niet sporadisch, zoals dit bij Roger Limbourg het geval is.
Desondanks lees ik verrukkelijke natuurobservaties. Bij een vers als Bitter en zerp de geur van papaver / en korenbloem in de velden... (uit Bloemengeuren) ga ik even dromen, hoe clichématig deze poëzie ook klinkt. Ik lees in Limbourgs 'steviger' gedichten verwijzingen naar de Perzische dichter Rumi en de Griekse filosoof Heraclitus, wat het intellectuele niveau ontegensprekelijk omhoog tilt. Toch heb ik de indruk dat de kwaliteit van Roger Limbourgs poëzie veel meer in het oog zou springen als hij bij de samenstelling van zijn bundel kritischer en selectiever was te werk gegaan.
Pareltjes van tederheid en natuurbeleving als in Meeuwen en Augustus lezen bijvoorbeeld als tussendoortjes, kleine smakelijke hapjes temidden van de 'problematische verzen', terwijl dit soort poëzie tot de beste van de bundel behoort: Augustus / waarin de zomer / over zichzelf begint / te mijmerem ./ De gierzwaluw is reeds verdwenen, / de meeuwen keren terug naar de stad. / Giftig wit ziedt de zomer / in zijn schermbloemigen. (uit Augustus). Beste Roger Limbourg, ik zou zo zeggen: van dit soort verzen wil ik meer!

Verkeerde seizoenen, Roger Limbourg, uitgave in eigen beheer, Drukkerij Jos Detobel, 1500 Halle, 2011

(Nicole Van Overstraeten)